Cultuur & Historie

Cultuur & Historie

De terp van Swichum herbergt een verleden waar steeds meer over naar boven komt, letterlijk! 

CULTUUR

Natuur, cultuur en historie gaan in Friesland altijd hand in hand. Zo ook tijdens de Aytta-beleeftoer.

Per praam, die in vroeger dagen gebruikt werd voor alle vervoer over water, varen naar Swichum. Het opstappunt in overleg te bepalen.
In het kerkje van Swichum een informatief verhaal over één van de belangrijkste Friezen, Viglius van Aytta. Viglius is gedoopt in Swichum en had een belangrijke functie als raadsheer van Philips II, de koning van Spanje die heerste over half Europa.
Geboren als Wigle van Aytta noemde hij zich later Viglius ab Swichemius. Viglius stond aan de wieg van Nederland zoals dat zich heeft ontworsteld aan het Spaanse gezag tijdens de 80-jarige oorlog.  Als zeer invloedrijke Fries heeft Viglius van Aytta sinds 2018 een standbeeld voor de Kanselarij in Leeuwarden. 

 

Historie

De terp van Swichum herbergt een verleden waar steeds meer over naar boven komt, letterlijk! 

Met de vondst van de vroeg middeleeuwse zilveren fibula (kledingspeld) in 2020, wordt er weer meer duidelijk over de Friese historie. Tegelijkertijd roept het allerlei vragen op.

De vinder van deze fibula is een kenner! Regelmatig geeft hij presentaties voor belangstellenden in het kerkje en neemt mensen mee naar de vindplaats van de fibula (op 150 meter van het kerkje).

Uit wetenschappelijk onderzoek van de gebruikte materialen is gebleken dat de kerk omstreeks het jaar 1234 is gebouwd. Het is één van de vroegste bakstenen kerken in Friesland. De kerk is een voorbeeld van de Romaanse stijl. Ze heeft prachtige rondboogvensters, een piscina (een nis in de muur waarin de priester zijn handen kon wassen), een hagioscoop (lager gebouwd venster waardoor mensen die niet ter kerke wilden toch naar binnen konden kijken) en een weggewerkt poortje (de vroegere vrouweningang). In 1997/1998 is de kerk gerestaureerd.

Kerk en toren laten allerlei sporen zien van de historie, waarin de familie van Wigle van Aytta een belangrijke rol speelde. Naar deze familie verwijzen graf- en gevelstenen en een aantal prachtige gebrandschilderde ruitjes uit 1626 met onder andere afbeeldingen van een narcis, een tulp en een papegaai. Deze ruitjes komen uit het achter de kerk gelegen Aytta-godshuis, wat in 1912 is afgebroken. De boerderij tegenover de kerk draagt nog altijd de naam Aytta-state en de kerk zelf staat aan de Ayttadyk.

In de toren hangen twee klokken, eentje uit 1438 en eentje van Geert van Wou jr. uit 1548. Dankzij de opschriften op deze klokken is bekend dat de heilige Nicolaas en Catharina, de patrones van maagden en filosofen, de patroonheiligen van deze kerk waren.

En dan natuurlijk nog de stinzenplanten. Waar komen stinzenplanten vandaan en wie heeft deze pareltjes hier naartoe gebracht? Die vraag
is niet altijd te beantwoorden. De interactie tussen bewoners van de Europese landen is door de eeuwen heen zo intensief geweest dat die vraag grotendeels in de historische mist zal blijven hangen. Toch ontstaat soms een windvlaagje dat deze mist enigszins wegblaast.
Viglius van Aytta
De winterakoniet is de eerste bloeier die soms al in januari de parken en tuinen versiert. Dit kleine plantje heet in het Fries Ayttablomke, genoemd naar de Ayttastate. Deze state stond in Swichum, een dorp ten zuiden van Leeuwarden, vanaf de 15e eeuw tot het jaar 1794, daarna werd deze helaas gesloopt. De state werd tot het einde van de 17e eeuw door de familie Aytta bewoond. De meest bekende van de deze familie is Wigle van Aytta, (1507-1577), later ‘Viglius’ genoemd. Deze man staat bekend als een van de belangrijkste Friezen aller tijden. Hij was humanist, rechtsgeleerde en staatsman en had grote invloed in het Europa van Karel V. In 1532 werd hij, op 25-jarige leeftijd, hoogleraar aan de Universiteit van Padua, een Noorditaliaanse stad in de provincie Veneto.
De stad ligt in de Po-vlakte naast een prachtig heuvelgebied. Op deze heuvels hoort de ‘pié di gallo’, zo heet winterakoniet in het Italiaans, bij de wilde flora.
Volgens ‘Plants of the World’ van Kew is de winterakoniet in Italië, Frankrijk, voormalig Joegoslavië, Bulgarije, Libanon en Syrië wild. De kans dat de plant uit Italië is meegenomen is dan ook zeer aannemelijk (Bron: Gilberto Squizzato, heemtuinbeheerder in Leeuwarden).